- Contracteren per WhatsApp - Groenendaal & van Krijl - Gerechtsdeurwaarders

De kantonrechter te Roermond heeft op 2 mei 2018 een uitspraak gedaan over het tot stand komen van een overeenkomst via WhatsApp.

Feiten en omstandigheden

X stelt dat er een overeenkomst met Y tot stand is gekomen onder toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van X. X heeft contact met Y opgenomen en daarbij haar sponsoractie onder de aandacht gebracht. Y zou deze actie ondersteunen voor een bepaald bedrag. De afspraken tussen X en Y zijn verwerkt in een deelnameformulier. Dit deelnameformulier is via WhatsApp naar Y verstuurt. Y kon namelijk op dat moment geen e-mails ontvangen en X had hier geen bezwaar tegen. Y heeft via WhatsApp laten weten akkoord te gaan. Y heeft echter niet betaald ondanks meerdere herinneringen en aanmaningen. Y stelt dat er nooit een overeenkomst tot stand is gekomen dan wel dat enige opdracht is gegeven. Het deelnameformulier is volgens Y nooit ontvangen. Ook stelt Y dat de factuur nooit is ontvangen.

Rechtsvraag

Is er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen tussen X en Y?

Beoordeling

De kantonrechter oordeelt dat niet dan wel in onvoldoende mate is komen vast te staan dat tussen X en Y een overeenkomst tot stand is gekomen zoals door X is gesteld.

Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding van het aanbod (6:217 Burgerlijk Wetboek). Volgens de kantonrechter staat onvoldoende vast dat hiervan in het onderhavige geval sprake van is. Het WhatsApp bericht alleen biedt in het onderhavige geval onvoldoende houvast. Ook al bevat het bericht de naam van Y en is er geantwoord met ‘N41 akkoord’. Doordat Y het niet eens was met de stelling van X, had X haar stellingen verder moeten onderbouwen en deze moeten aantonen. Dit heeft X niet gedaan. Er ontbreekt namelijk een verslag van het gesprek van het eerste contact tussen X en Y. Ook is niet duidelijk op wat voor een manier het gesprek heeft plaats gevonden. Heeft X een bezoek gebracht aan Y, of is er telefonisch contact geweest? Deze informatie ontbreekt.

X heeft ervoor gekozen om per WhatsApp te contracteren, althans heeft hiermee ingestemd, waardoor onduidelijkheden kunnen en ook zijn ontstaan. Dit ligt echter in het risicosfeer van X. X had er immers voor kunnen kiezen om het deelnameformulier per post toe te sturen en een door Y ondertekend exemplaar terug te ontvangen.

Conclusie

Het contracteren per WhatsApp brengt risico’s met zich mee en deze komen voor rekening van X. Nu niet is komen vast te staan dat tussen X en Y een overeenkomst is gesloten, behoort de vordering van X te worden afgewezen. De kantonrechter acht geen termen aanwezig X toe te laten tot nadere bewijslevering. X zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.